Op basis van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40 §3, stelt de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van politieverordeningen, kunnen reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendig bestuur van de gemeente.
Op basis van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 41,14°, stelt de gemeenteraad de gemeentelijke belastingreglementen vast.
Verwaarloosde woningen en gebouwen zorgen op diverse manieren voor overlast. Verwaarlozing is veelal een voorbode van verdere verkrotting en onbewoonbaarheid. Langdurige verwaarlozing zal dan ook meer lasten voor de lokale overheid met zich meebrengen onder de vorm van grotere politionele inzet, bestrijden van sluikstorten, overlast, nemen van maatregelen om de aantrekkelijkheid van de gemeente te behouden of te verbeteren.
Verwaarlozing zorgt daarnaast voor de verloedering van de leef- en woonomgeving en heeft een negatieve impact op het beschikbare patrimonium in de gemeente.
Verwaarlozing vormt ook één van de meest hinderlijke elementen in het straatbeeld van een handels- en of dorpskern en omliggende straten. Het beïnvloedt op negatieve wijze de aantrekkelijkheid van een gemeente doordat een desolate indruk wordt gecreëerd. Verwaarlozing bij gebouwen veroorzaakt bovendien een sneeuwbaleffect waardoor de handelsfunctie in bepaalde buurten verzwakt. Verwaarloosde gebouwen hebben hierdoor een nog grotere negatieve impact op de aantrekkelijkheid van de gemeente (o.a. door het wegblijven van bezoekers, door de afwezigheid van personeel in verwaarloosde kantoorgebouwen) dan verwaarloosde woningen.
De belasting valt ten laste van zakelijke gerechtigden van gebouwen en woningen welke 12 opeenvolgende maanden opgenomen zijn in het verwaarlozingsregister. Met deze belasting beoogt de gemeente om ervoor te zorgen dat het beschikbare patrimonium in de gemeente optimaal benut wordt.
De in het reglement opgenomen vrijstellingen zijn te verantwoorden binnen het gemeentelijk beleid tot volle activatie van het beschikbaar patrimonium met in achtneming van volgende principes:
Gecoördineerde Grondwet van België van 17 februari 1994, artikels 41, 159, 162,2°, 170 §4, 172 en 173;
Decreet van 19 april 1995 (en latere wijzigingen) betreffende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten;
Decreet van 22 december 1995 (en latere wijzigingen) betreffende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, en latere wijzigingen;
Vlaamse Codex Wonen van 2021, boek 2, deel 2;
Decreet van 23 december 2016 betreffende diverse fiscale bepalingen;
Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (en latere wijzigingen), artikels 40, 41, 14°, 326 t.e.m. 341;
Besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 2018 betreffende de bekendmaking en raadpleegbaarheid van besluiten en stukken van het lokaal bestuur, betreffende de wijze waarop de reglementen en verordeningen van het lokaal bestuur worden bijgehouden in het register
Raadslid Dhaenens Frank vraagt of de dekenij daar ook onder valt?
Raadslid Vanheel Daan vraagt om in beide de definitie van woning mee te nemen in verwaarlozingsreglement.
Raadslid Vanheel Daan vraagt over de register te rapporteren aan de gemeenteraad.
Artikel 1 - Keurt het reglement m.b.t. opmaak en het beheer van het verwaarlozingsregister goed.
Artikel 2 - Keurt het belastingreglement voor verwaarloosde woningen en gebouwen goed.